Klassenstrijd in Nederland: Een Hedendaags Perspectief. Nederland wordt vaak gepresenteerd als een egalitair middenklasseland, maar onder de oppervlakte blijven duidelijke klassentegenstellingen bestaan. Volgens professor Ewald Engelen, financieel geograaf aan de Universiteit van Amsterdam, zijn deze verschillen minder klassiek van aard, maar zeker niet verdwenen. Nieuwe scheidslijnen ontstaan door factoren als opleiding, cultuur en regionale verschillen. Dit reflecteert het hedendaagse postindustriële kapitalisme, waarin traditionele Marxistische tegenstellingen vervagen, maar waarin sociale onvrede groeit. Een concreet voorbeeld is de opkomst van de zogenaamde “kletsende klasse”, een term die de toename van bestuurlijke lagen en de focus op bureaucratisch prestatiemanagement in de publieke sector beschrijft. De efficiëntie en effectiviteit van publieke diensten, zoals onderwijs en zorg, staan onder druk door deze bestuurlijke schaalvergroting. Dit heeft geleid tot dalende prestaties, zoals zichtbaar in de afnemende PISA-scores van Nederlandse scholieren. Professor Engelen benadrukt dat de toegenomen afhankelijkheid van burgers en kleine bedrijven van de staat en het grootkapitaal zorgt voor nieuwe vormen van ongelijkheid. De publieke sector functioneert steeds meer ten dienste van kapitaal, terwijl burgers vaak compensatie ontvangen voor de nadelen van globalisering en neoliberaal beleid. Denk hierbij aan toeslagen en subsidies, die echter een gevoel van afhankelijkheid creëren. Een hervorming van de publieke sector is nodig. Lokale organisatie, vertrouwen in uitvoerders en het verkleinen van de bestuurlijke complexiteit zijn cruciaal. Tegelijkertijd moeten klachten en onvrede van burgers serieus genomen worden, niet als een probleem van “onwetendheid”, maar als een uiting van reële zorgen. Toekomstgericht vraagt Engelen om een eenvoudiger, mensgerichter model waarin vertrouwen en directe betrokkenheid centraal staan. Zo kan de publieke sector weer dienstbaar worden aan de burger in plaats van aan abstracte systemen.