Ik begin heel vaak aan iets te werken met het gevoel dat het supergoed wordt, bijvoorbeeld als ik alleen maar een tafel rechtop zet. Dan denk ik meteen dat het supergoed wordt, maar dat is het nog helemaal niet. Snap je? Ik heb vaak, als ik aan het werk ben, een superpositief gevoel dat alles wat ik vastpak geweldig kan worden. Ik vind het heel mooi dat je menselijke handelingen kunt zien. Ik probeer zoveel mogelijk de handelingen in het materiaal stil te zetten. Het is een heel eenvoudig idee, maar wel iets waar ik heel lang aan heb gewerkt. Ik had eigenlijk het idee of eigenlijk de opdracht aan mezelf gegeven om een beeld met een schouder te maken. Ook omdat ik gewoon een schaduw wilde hebben. Toen ontdekte ik dat als je een kopje hebt, een leeg kopje, en je draait het om, er gewoon een schaduw uit valt. En als je dat doet, valt die schaduw automatisch dicht bij je bovenbeenbot. Een kopje en een bovenbeen hebben eigenlijk dezelfde kleur, dus het is heel logisch om die schaduw op een bot te laten vallen. Hier komen theezakjes die je op zo'n manier kunt neerzetten dat ze bijna als woorden functioneren. Ik kom nu eentje tekort, maar in ieder geval komen hier allemaal groepen theezakjes die samen bijna een soort zin vormen. Niet een zin die echt iets zegt, maar gewoon iets probeert te zeggen. Dit project heeft al heel veel versies gehad en is eigenlijk nooit afgekomen, het is altijd mislukt. De laatste versie had hier bijvoorbeeld een pen of potlood, ik weet niet meer precies. Die stond op dezelfde plek als dat bed. Het is mooi hoe je twee voorwerpen op dezelfde plek kunt willen hebben in de wereld, hoewel dat natuurlijk niet kan. Maar als je een hap uit een bed neemt en je hangt er een potlood bij, dan staan ze samen op één plek. Soms zijn er echt goede dingen die ik niet kan maken omdat ik gewoon geen tijd heb. Dat is jammer. Soms besteed ik dan toch tijd aan iets dat nergens op lijkt, omdat ik weet dat het uiteindelijk wel goed zal komen. Andere dingen waarvan ik zeker weet dat ze goed zullen zijn, doe ik soms niet, omdat ik al weet dat het goed zou kunnen zijn. Dat is ook jammer. Ik ben nu gewoon de hele dag aan het rondlopen en soms heb ik iets nodig, bijvoorbeeld een stuk goud, omdat ik iets aan het maken ben. Dan zie ik ineens iets en kan ik dat misschien beter gebruiken. Ik ben continu bezig, en alles is zo ingericht dat ik constant ideeën krijg. Vaak voelt het alsof ik die ideeën niet zelf bedenk, maar dat ze mij steeds worden aangereikt. Het is alsof ik een machine heb gebouwd die constant ideeën genereert. Als ik echt eerlijk ben, werk ik nu aan meer dan 30 dingen. Fysiek gezien misschien aan een stuk of 20. Dit project, dat ik ongeveer een jaar geleden heb opgezet en nu weer mee verder ben gegaan, heeft de werktitel "Living Rooms". Het is een soort huiskamerproject. Ik zie nu al dat de figuur waarschijnlijk iets hoger moet worden en iets meer naar links moet komen. Het is nu nog niet af, maar zodra het af is, zal het eruitzien alsof het net gemaakt is. Wanneer iets af is, hangt af van wanneer ik wil dat het af is. Dit project, bijvoorbeeld, gaat over een tafel die rechtop staat. Het enige wat je moet wegdenken is de steun die het nu rechtop houdt. Er komt een groot gezicht van klei op en houten platen die ergens mee te maken hebben. Dit is eigenlijk een schets die ik in de computer heb gemaakt. Het is een ijzeren balk met een klont klei erop. Ik weet nog niet precies hoe ik het wil hebben, maar dat komt wel. Veel andere beelden zie ik meteen voor me, maar dit is iets waar ik gewoon af en toe aan werk, misschien twee keer per jaar. Soms verander ik iets en dat maakt het interessant om aan te werken. Eergisteren heb ik bijvoorbeeld nog iets veranderd. Dat werd gemaakt van gewoon zwart ijzer, en daarna kijk ik wel wat het wordt. Over wanneer mijn werk af is, kan ik zeggen dat ik aan een gebouw werk dat eigenlijk elk moment af is, maar pas echt af is als ik dood ben. Dat klinkt misschien raar, maar het is hetzelfde als met een boek; dat is ook nooit echt af, er komen altijd nieuwe woorden bij. De wereld zelf is eigenlijk ook altijd af, maar er verandert steeds iets. Mijn werk gaat erom om zoveel mogelijk van buiten naar binnen te brengen, zoveel mogelijk dingen uit de wereld te verzamelen en ook zoveel mogelijk woorden in mijn gebouw te krijgen. Niet om de hoeveelheid, maar omdat ik gewoon veel wil vertellen. Toen ik 18 was, wilde ik eigenlijk schrijver worden. Ik maakte toen een plattegrond van een gebouw, dat was in 1986. Die plattegrond, gemaakt van pennen en schrijfmateriaal, was het begin van mijn werk. Het bestond uit zeven gewone kamers en twee ronde kamers, en het was eigenlijk een plattegrond voor een boek waar ik de rest van mijn leven aan wilde schrijven. Gaandeweg ontdekte ik echter dat het beter is om met voorwerpen te schrijven in plaats van met woorden, omdat voorwerpen een andere relatie hebben met het denken dan woorden. Ik maak eigenlijk gewoon woorden in de vorm van dingen. Dit is bijvoorbeeld een woordboek, en dit is een tafel. Snap je? Dit is ook een tafel die je niet in de winkel kunt kopen, want er is altijd iets mis mee, bijvoorbeeld ronde poten. Dit is de meest eenvoudige tafel die er is, zo moet een tafel eruitzien. Ik heb ook kranten gemaakt, dat is gewoon het woord "krant". Ik wilde een krant maken die niet gebonden is aan tijd. Dit is zo'n krant, helemaal onder het stof, gemaakt van alle bestaande Engelse woorden. Ik heb nu zes kranten en als ik er 15 heb, heb ik alle woorden één keer gebruikt. De foto's in die kranten zijn altijd van dingen die ergens liggen en die geen relatie met taal hebben. Als ik een echte krant zou hebben gebruikt, zoals de NRC, zou iedereen zien waar en wanneer het gemaakt is en wat er toen gebeurde. Maar ik wil juist dat mijn dingen losstaan van de tijd, alsof ze allemaal in 1986 zijn gemaakt of nu. Ik snap wel dat de maatschappij is gebaseerd op mensen die samenwerken, maar ik vind het interessant om te zien wat één persoon heeft gedacht. Het lijkt me fantastisch om muziek te maken met vier mensen, dat moet geweldig zijn, maar ik vind het echt boeiend om te zien wat iemand in zijn eentje heeft bedacht. Je kunt je afvragen waarom ik mijn gedachten vast wil leggen in materiaal. Het is niet omdat ik mezelf belangrijk vind, maar omdat dat iets is wat je als mens kunt doen, zeker in deze tijd. 1000 jaar geleden was het voor een individu niet mogelijk om te doen wat ik nu doe, maar nu mag dat wel. De maatschappij geeft me die ruimte, of beter gezegd: ik heb die ruimte gewoon genomen. Ik verdien mijn eigen geld en ik doe precies wat ik wil.