jueves, 24 de octubre de 2024

Iris van Dongen










"Ik heb iedere keer weer andere ideeën daarover. Ik denk: ga ik vertalen, om 10 uur slapen, sta ik om 4 uur op, ga ik in de ochtend werken als het stil is en niemand komt? En dan denk ik weer: oh, het is fantastisch om overdag te werken, goed licht. En dan zijn er momenten dat ik met zoveel dingen bezig ben dat de dag wel even voorbij is en dat het opeens 's nachts is dat ik in de nacht moet werken." "We moeten gewoon zoveel dingen doen de hele tijd rondom kunst, dingen regelen. En ja, als je met mensen contact hebt, dan doe je dat vaak niet 's nachts maar overdag, dus dan blijft er vaak weinig tijd over. Dus dan, eh, ik moet echt zoveel lust hebben, zoveel kracht om het allemaal te willen. En iedere keer als ik weer begin aan een tekening, dan ben ik weer helemaal de draad kwijt. Ik weet helemaal niet meer hoe ik de vorige tekening heb gemaakt; het is iedere keer weer uitvinden hoe het werkt." "Ik vind het voor mezelf wel prettig om het uiterste eruit te halen ofzo. Perfectionistisch; als ik het wil, dan moet het gebeuren. En alles wat wij kunnen gebruiken en demonteren. Ik heb heel lang samengewerkt met Mark Bell en vond het heel leuk om te doen, altijd alles samen bespreken. Toen, na 11 jaar, is onze relatie afgelopen. Toen miste ik het heel erg om met iemand samen te werken en toen dacht ik van, eh, gewoon een paar vriendinnen optrommelen en nee, om veel sneller dingen te doen en niet de hele tijd alles te wikken en te wegen. Je ziet tegenwoordig zoveel mechanismen in de wereld; het wordt maar gewikt en gewogen totdat er niks meer overblijft ofzo. En ik vind het heel belangrijk dat er iets te zien is, dat het visueel zichtbaar is." "Ik vind het ook heel belangrijk om een groot publiek te raken; daarom heb ik zulke duidelijke visuele beelden gekozen. Dit laatste jaar heb ik een pak gemaakt van een onthoofde vrouw, en dan zijn we de hele tijd als we uitgingen dit jaar met dat pak meegesleept en dat hoofd in mensen hun handen geduwd en we eten foto's maken. Eigenlijk heel erg improviseren de hele tijd, gewoon het eerste idee dat in je opkomt, oh, dat gaan we gewoon doen. Voor mij moet het helemaal in balans zijn, dat het perfect is voor mij, en mijn tekeningen gaan vaak snel weg; pas als ik het een half jaar later terugzie, dan zie ik het pas weer vers en goed. Het oog is nog heel erg—het oog moet nog meer—drie uur journaal—die neus, die volgens mij moet hij toch meer naar beneden, de kin moet volgens mij groter, oog veel te laag aan de onderkant, die neus moet groter. Het is natuurlijk een heel grote tekening, dus als je daar dichtbij staat, ziet het er heel anders uit als dat je weer naar achteren loopt. En eigenlijk moet je die balans zien te vinden dat als je met je neus er bovenop staat dat het nog interessant is en als je van een afstand kijkt dat het ook nog interessant is. Soms sta ik heel lang met mijn neus er bovenop en dan loop ik een stukje weg, kijk ik weer, en dan moet ik er overnieuw aan beginnen."