miércoles, 20 de noviembre de 2024

Waarom jouw salade uit Kenia komt




Kenia speelt een centrale rol in de wereldwijde export van groenten, fruit, kruiden en vis. De unieke geografische ligging bij de evenaar, gecombineerd met een stabiel en gematigd klimaat, maakt het mogelijk om het hele jaar door diverse gewassen te verbouwen. Groenten zoals sperziebonen, snijbonen en broccoli, evenals fruit zoals avocado’s en mango’s, worden dagelijks in grote hoeveelheden geëxporteerd naar Europa, met Nederland als een van de grootste afnemers. Daarnaast levert Kenia verse kruiden zoals basilicum, rozemarijn en munt aan Europese supermarkten. Het land heeft ook een sterke positie in de visserijsector, met producten zoals nijlbaarsfilet uit het Victoriameer. De focus op export is echter niet zonder gevolgen. Terwijl Europese consumenten profiteren van constante aanvoer van verse producten, blijven veel Kenianen verstoken van deze landbouw- en visserijopbrengsten. Het contrast is schrijnend: waar sperziebonen uit de door irrigatie ondersteunde velden dagelijks naar Nederland vertrekken, kampen Maasai-herders in hetzelfde gebied met droogte en voedseltekorten. De droogte wordt versterkt door klimaatverandering, wat de situatie voor lokale gemeenschappen verder verslechtert. Ook in de visserij is een onevenwichtigheid zichtbaar. De nijlbaars, oorspronkelijk geïntroduceerd in het Victoriameer, heeft veel van de inheemse vissoorten verdrongen en wordt nu vooral geëxporteerd. Dit resulteert in een tekort aan betaalbare vis voor de lokale bevolking. Om de toenemende vraag naar vis te compenseren, is de teelt van tilapia in kooien populair geworden. Bedrijven zoals Victory Farms produceren 1000 ton gekweekte tilapia per maand, grotendeels voor de binnenlandse markt. Toch blijft de import van vis uit landen zoals China noodzakelijk om aan de lokale vraag te voldoen. De lage loonkosten in Kenia spelen een cruciale rol in het economische model. Het is voor Europese supermarkten vaak goedkoper om groenten en fruit uit Kenia te importeren dan deze lokaal te produceren. Een voorbeeld hiervan is de export van gesneden mango, waarvan een verpakking in Nederland ongeveer evenveel kost als het dagloon van een Keniaanse arbeider. Ondanks de voordelen voor de exporteconomie, leidt dit model tot sociale ongelijkheden. Klimaatverandering en milieudruk vormen extra uitdagingen. Het vervoer per vliegtuig, dat essentieel is voor de versheid van producten, komt onder druk te staan vanwege de milieu-impact. Supermarkten en exportbedrijven experimenteren daarom steeds meer met transport via schepen. Tegelijkertijd maakt de intensieve landbouw gebruik van natuurlijke hulpbronnen, wat de kwetsbaarheid van ecosystemen vergroot. De landbouwsector toont ook veerkracht. Avocado-export is een van de snelst groeiende markten, met Kenia nu als grootste exporteur van Afrika. Oude koffieplantages worden omgezet in avocadoboomgaarden om aan de stijgende Europese vraag te voldoen. Bovendien maken verbeterde koeltechnieken en speciale containers het mogelijk om producten langer vers te houden tijdens transport. Kortom, Kenia speelt een essentiële rol in de wereldwijde voedselvoorziening, maar staat voor de uitdaging om balans te vinden tussen export en lokale voedselzekerheid. De lage loonkosten en gunstige klimatologische omstandigheden maken het land aantrekkelijk voor export, maar de sociale en ecologische prijs vraagt om duurzame oplossingen. Investeringen in lokale voedselvoorziening, betere regulering en klimaatadaptatie kunnen bijdragen aan een evenwichtiger systeem dat zowel mondiale als lokale belangen dient.