martes, 3 de diciembre de 2024
ADHD: Tussen Diagnose en Zelfbeeld
Tijdens een discussieavond bij De Balie werd ADHD verkend als een complexe stoornis die zowel een last als een hulp kan zijn. De stoornis wordt gekenmerkt door aandachtsproblemen en impulsiviteit, en kent genetische en omgevingsfactoren als mogelijke oorzaken. Journalist Hanneke Meijster deelde haar ervaring: de diagnose ADHD bood haar erkenning en inzicht in persoonlijke uitdagingen, zoals moeite met focus en een neiging tot zelfkritiek. Tegelijkertijd merkte ze dat het label haar gedrag soms versterkte, waardoor mildheid naar zichzelf doorsloeg naar zelfgenoegzaamheid. De aanwezige psycholoog benadrukte dat een ADHD-diagnose meer betekent dan enkel gedrag observeren: de impact op functioneren moet significant zijn. Dit maakt ADHD-diagnoses uitdagend, omdat symptomen zoals onrust en vergeetachtigheid ook bij andere stoornissen voorkomen. Daarbij is het label waardevol voor sommige mensen omdat het toegang biedt tot behandelingen, maar het kan ook leiden tot afhankelijkheid van het label. Een ander besproken aspect was de maatschappelijke context. Onze samenleving is ingericht op neurotypisch gedrag, zoals langdurig stilzitten en focus in klaslokalen en op kantoren. Deze normen maken ADHD vaak problematisch, terwijl het in andere omstandigheden minder beperkend zou kunnen zijn. Daarnaast werd aandacht besteed aan zelfdiagnoses, populair op platforms zoals TikTok, die zowel erkenning als misverstanden rondom ADHD kunnen versterken. De avond sloot af met een kritische blik op de rol van labels: zijn ze een noodzakelijke structuur om hulp te organiseren, of reduceren ze menselijke diversiteit tot categorieën? ADHD blijft een spectrum, beïnvloed door sociale normen, persoonlijke ervaringen en de zoektocht naar begrip. Het gesprek benadrukte de noodzaak om zowel empathie als kritisch denken te omarmen in de omgang met psychische labels.
Turkse arbeidsmigratie
Migratie en de Paradox van Vooruitgang. De geschiedenis van Turkse arbeidsmigratie naar Nederland, zoals besproken in deze bijeenkomst, onthult een complexe dynamiek van vooruitgang, strijd en culturele worteling. Mustafa Ayran benadrukt hoe de oprichting van de vereniging HIP in 1974 een begin markeerde van collectieve emancipatie. De focus lag op gelijke rechten, democratie en vrede, en deze idealen werden concreet in successen zoals het verkrijgen van verblijfsvergunningen, stemrecht en toegang tot onderwijs. Tegelijkertijd schetst hij hoe discriminatie en systematische belemmeringen de vooruitgang bemoeilijkten, maar niet stopzetten. Sinan Çankaya en Murat Isik reflecteren op de effecten van deze migratiegeschiedenis op individueel niveau. De sociale klim, vaak gepromoot door ouders, bracht niet alleen kansen, maar ook spanningen en een groeiende afstand tot de eerste generatie. Çankaya beschrijft hoe dit streven naar succes de relatie met zijn vader beïnvloedde, waarbij klassenverschillen voelbaar werden. Isik deelt hoe schrijven over zijn familiegeschiedenis hielp bij het herstellen van banden en het blootleggen van vergeten verhalen. Gunay Uslu voegt een ander perspectief toe door te reflecteren op de rol van vrouwen en ondernemerschap binnen haar familie, waarbij traditionele genderrollen werden doorbroken. Haar vader en moeder combineerden zakelijk succes met een sterke culturele identiteit, wat een inspiratiebron bleek voor Uslu’s veelzijdige carrière. Deze verhalen tonen de prijs van integratie, de kloof die kan ontstaan tussen generaties en klassen, en de kracht van collectieve actie en persoonlijke verhalen om deze te overbruggen. Migratie wordt niet alleen een kwestie van overleven, maar ook van streven naar een rechtvaardiger toekomst, waarin het verleden niet wordt vergeten, maar als een fundament dient voor nieuwe generaties.
Travailler plus pour gagner moins
Le baromètre cadre 2024 de l'UGICT-CGT, mené auprès de 1000 cadres représentatifs de divers secteurs, révèle des tendances significatives sur les conditions et aspirations des cadres en France. Une majorité (63 %) déclare travailler plus de 40 heures par semaine, souvent sans rémunération ni compensation pour les heures supplémentaires. Les cadres expriment aussi une forte demande pour des droits tels que la déconnexion, l’alerte sur des missions contraires à leur éthique et des aménagements de fin de carrière comme la retraite progressive ou le temps partiel aidé, plébiscités par plus de 80 % d'entre eux. Ces résultats traduisent des préoccupations croissantes pour un équilibre entre vie professionnelle et personnelle, particulièrement chez les jeunes générations. Parallèlement, les discriminations au travail sont un problème criant : 38 % des cadres ont été témoins ou victimes de propos racistes, et ce phénomène touche davantage les femmes racisées. Le sondage met aussi en lumière l'inquiétante tendance au racisme spécifique envers les cadres issus de la diversité, remettant en question leur légitimité et leurs compétences. Ces constats appellent à renforcer les formations contre les biais discriminatoires, notamment pour les recruteurs et responsables RH. Enfin, la confiance des cadres envers les syndicats progresse, atteignant 34 % en 2024, un chiffre doublé en une décennie. Cela reflète une prise de conscience croissante de l’importance de l’action collective face à des conditions de travail de plus en plus exigeantes et des droits souvent bafoués. Ce baromètre, tout en exposant les défis structurels persistants, constitue un outil précieux pour orienter les négociations syndicales et renforcer les droits des cadres dans un environnement professionnel en mutation.
Sexualité et contraception
La quatrième édition de l'enquête Inserm sur la sexualité des Français révèle des évolutions majeures : les rapports sexuels sont moins fréquents mais plus satisfaisants, l'usage du préservatif recule, tandis que le stérilet rivalise désormais avec la pilule comme méthode contraceptive. Ces transformations, influencées par une autonomie croissante des femmes, reflètent un renouvellement des normes et des pratiques intimes depuis les années 70, époque où la contraception féminine s'est imposée avec l'arrivée de la pilule. Si celle-ci a permis une émancipation relative, elle a aussi renforcé la centralité de la pénétration dans les scripts sexuels, souvent centrés sur le plaisir masculin. La contraception demeure largement une charge féminine, bien que des méthodes masculines comme la vasectomie ou des dispositifs thermiques gagnent lentement en visibilité. Par ailleurs, les méthodes naturelles, appuyées par des technologies numériques, séduisent certaines femmes, bien qu'elles nécessitent une rigueur difficilement compatible avec des modes de vie variés. Malgré une diversification des pratiques, les scripts sexuels restent marqués par des inégalités de genre, renforcées par des attentes culturelles genrées et une éducation sexuelle encore insuffisamment orientée vers le consentement et le plaisir. Les rapports de pouvoir entre hommes et femmes continuent d'imprégner la sexualité, même si des avancées permettent aujourd’hui de repenser les responsabilités contraceptives dans une perspective plus équitable, offrant ainsi de nouvelles possibilités aux couples et aux individus désireux de partager cette charge.
lunes, 2 de diciembre de 2024
De tentoonstelling "MEESTERS" verkent het rijke palet van hedendaagse Nederlandse kunstenaars en hun unieke kijk op de menselijke ervaring, natuur en maatschappij. Elk werk weerspiegelt de persoonlijke zoektocht en visie van de kunstenaars, waarbij zij de grenzen van traditionele media en technieken overstijgen om complexe emoties en thema's te verkennen.
Van de donkere, bijna mystieke schilderijen van Natasja Kensmil, tot de sculpturale natuurinterventies van Sjoerd Buisman, en de intense, emotionele portretten van Helen Verhoeven—elk kunstwerk biedt een venster naar het innerlijke leven van de kunstenaar. Centraal staat het onderzoek naar identiteit, geschiedenis en de wisselwerking tussen individu en omgeving. De kunstenaars in "MEESTERS" leggen verbanden tussen persoonlijke en maatschappelijke ervaringen. Zo gebruikt Rob Scholte reproductie om vragen op te roepen over copyright en authenticiteit, terwijl Irene Fortuyn de relatie tussen mens en natuur benadrukt in haar werk. De tentoonstelling biedt een caleidoscopisch perspectief op hedendaagse kwesties en de rol van kunst als middel voor reflectie en dialoog. "MEESTERS" nodigt bezoekers uit om deze fascinerende werken te ervaren en zelf de verbanden, betekenissen en emoties te ontdekken die elke kunstenaar in zijn werk heeft gelegd. Natasja Kensmil, Maria Barnas, Rezi van Lankveld, Ansuya Blom, Germaine Kruip, David Bade, Sjoerd Buisman, Rob Scholte, Juul Kraijer, Aernout Mik, Henk Peeters, Niek Kemps, Irene Fortuyn, Jan Roeland, Hans Eijkelboom, Herman Gordijn, Robert Zandvliet, Henk Visch, Hans van Houwelingen, Willem de Rooij, Jan Dibbets, JCJ Vanderheyden, Joep van Lieshout, Folkert de Jong, Erik Andriesse, Peter Struycken
Hugo Brandt Corstius
Hugo Brandt Corstius: Taalvirtuoos en Controversieel Chroniqueur. De avond gewijd aan Hugo Brandt Corstius belichtte zijn leven als geliefd stilist, gevreesd polemist en humoristisch schrijver. Centraal stond de biografie "Ik heb nooit gelogen" van Elsbeth Etty, die zijn rijke oeuvre en complexe persoonlijkheid uiteenzet. Brandt Corstius, bekend onder vele pseudoniemen zoals Piet Grijs en Battus, experimenteerde onophoudelijk met taal en journalistieke genres. Zijn boek "Opperlandse Taal- & Letterkunde" wordt als meesterwerk beschouwd, waarin hij taalgrappen en creatieve manipulaties van de Nederlandse taal systematiseerde. Deze speelse omgang met taal contrasteerde met zijn scherpe polemieken, die zowel bewondering als afkeuring opriepen. In discussies werd zijn nalatenschap kritisch benaderd. Zijn polemische stijl, vaak grensoverschrijdend en provocerend, wordt gezien als een product van zijn tijd, maar roept vragen op over de houdbaarheid en morele implicaties ervan. Zijn fascinatie voor systematiek, wiskunde en taal resulteerde in briljante vondsten, maar bleef soms hermetisch en elitair. Etty beschreef ook de tragiek van zijn latere jaren, waarin hij ondanks beginnende dementie bleef schrijven. Dit toont zijn onvermoeibare toewijding aan het schrijverschap. Zijn privéleven, doordrenkt van complexiteiten en controverse, was even fascinerend als zijn werk. Zijn relaties, zowel persoonlijk als professioneel, illustreerden zijn veelzijdigheid maar ook zijn ongrijpbaarheid. De avond reflecteerde op zijn invloed op de Nederlandse journalistiek en literatuur, terwijl ook parallellen werden getrokken naar hedendaagse columnisten. De vraag of Brandt Corstius vandaag relevant zou zijn, bleef onbeantwoord, maar zijn innovatieve taalspel en scherpe analyses blijven een inspiratiebron. Een avond vol humor, reflectie en eerbetoon aan een unieke stem in de Nederlandse literatuur.
Zo kunnen we weer samenleven met de natuur
De symbioceen belooft een toekomst waarin mens en natuur samenwerken. Het antropoceen heeft geleid tot vernietiging, met grootschalige vervuiling en verlies van biodiversiteit als resultaat. Dit destructieve tijdperk vereist een radicale herziening, geïnspireerd door symbiotische relaties zoals die tussen microbiomen en het menselijk lichaam. De symbioceen stelt voor om technologieën en systemen te baseren op natuurlijke processen die regeneratief en cyclisch zijn. Voorbeelden hiervan zijn 'symbiotefacten', duurzame en biologisch afbreekbare objecten die ecosystemen versterken in plaats van schade aanrichten. Daartegenover staan de 'terraforms', vernietigers van de aarde, zoals zichtbaar in de kolenmijnen van de Hunter Valley. Deze mijnen hebben het landschap veranderd van een vruchtbare regio in een uitgestrekt, vervuild gebied vol ecologische en sociale schade. 'Terranasianen', aardescheppers, staan aan de andere kant van het spectrum en streven naar herstel en duurzaam beheer van de planeet. Tegelijkertijd roept 'terrafurie', de woede over politieke traagheid ondanks duidelijk wetenschappelijk bewijs, op tot actie. De symbioceen biedt een visie waarin economie, cultuur en technologie worden geïntegreerd in de natuurlijke processen van het leven. Het is een oproep om giftige praktijken te vervangen door systemen die volledig circulair en regeneratief zijn. Deze verschuiving vereist creativiteit, wetenschappelijke innovatie en een diep respect voor het web van het leven. Het doel is een wereld waarin menselijke activiteit niet langer schadelijk is, maar bijdraagt aan de gezondheid van de planeet. De symbioceen biedt hoop en vraagt om urgentie. Het is een visie van balans en wederzijds voordeel.
Datingapps zijn op retour
Datingapps bieden hoop, maar creëren ook frustratie. Sinds de introductie in 2012 zijn datingapps razend populair geworden, met 4,9 miljoen downloads in Nederland in 2023 en een sterke markt voor premium abonnementen zoals Tinder en Bumble. Ongeveer 60 procent van de mensen leert elkaar online kennen, maar ondanks succesverhalen worstelen velen met teleurstelling en frustratie. Onderzoek toont aan dat het constante swipen vaak leidt tot overweldiging en pessimisme; gebruikers worden kritischer en minder hoopvol naarmate ze meer profielen zien. Dit effect is sterker voor mannen, omdat vrouwen veel selectiever zijn: slechts vijf procent van de profielen wordt geaccepteerd, tegenover vijftig procent bij mannen. Hierdoor is een klein percentage mannen erg succesvol, terwijl de meerderheid nauwelijks matches krijgt. De apps maken gebruik van gamification, waarbij dopaminebeloningen zoals notificaties en matches het gebruik stimuleren, maar weinig duurzame verbindingen opleveren. Dit leidt tot verslavend gedrag, waarbij gebruikers blijven swipen zonder succes. De algoritmes van de apps zijn ontworpen om gebruikers op het platform te houden, niet om hen daadwerkelijk te koppelen. Dit maximaliseert de dataverzameling en winsten, maar laat gebruikers gefrustreerd achter. Vrouwen ervaren de apps vaak als oppervlakkig, terwijl mannen een gevoel van hopeloosheid ontwikkelen omdat hun kansen beperkt blijven. Deskundigen pleiten voor een heroverweging van hoe datingapps werken en welke impact ze hebben op sociale verbindingen. De technologie biedt kansen, maar het streven naar snelle beloningen ondermijnt de diepere connecties waar mensen naar verlangen. Liefde vinden blijft complex.
Houten gebouwen als sleutel tot een duurzame toekomst.
De bouwsector is wereldwijd een van de grootste vervuilers en draagt met beton en cement aanzienlijk bij aan de CO₂-uitstoot. Innovaties zoals kruislings gelamineerd hout (CLT) bieden een duurzaam alternatief, waarbij hout als bouwmateriaal CO₂ opslaat in plaats van uitstoot te genereren. Houten gebouwen zijn niet alleen milieuvriendelijker, maar ook sneller en goedkoper te bouwen dankzij prefab-productieprocessen. Modules worden in fabrieken volledig uitgerust en op locatie eenvoudig geïnstalleerd. Deze efficiëntie vermindert materiaalverspilling en fouten op bouwplaatsen aanzienlijk. Bovendien is hout bij brand voorspelbaar en veilig, terwijl beton onvoorspelbaar kan exploderen bij hoge temperaturen. Ondanks het idee dat bouwen met hout duurder zou zijn, tonen projecten aan dat het kostenbesparend kan zijn door kortere bouwtijden en minder arbeidsintensieve processen. Om aan de vraag naar woningen te voldoen, is massale herbebossing noodzakelijk. Het planten van bomen ondersteunt niet alleen duurzame bouw, maar draagt ook bij aan het herstel van ecosystemen en de opslag van koolstof. Wereldwijd worden veel bomen niet benut of verbrand om plaats te maken voor veeteelt, terwijl gecertificeerd bosbeheer deze bossen waarde en bescherming kan bieden. Innovaties in houtbouw hebben het potentieel om een revolutie teweeg te brengen in de bouwsector en bij te dragen aan klimaatoplossingen. Meer bomen planten is een eenvoudige, betaalbare oplossing voor de wereldwijde klimaatuitdaging. Hout kan de wereld redden.
De Natuur als Kapitaal: De Nieuwe Economie van Ecosysteemdiensten.
De natuur wordt steeds prominenter als economische grootmacht, een zeldzaam goed dat door zijn eindigheid een intrinsieke waarde heeft verworven. Waar het ooit voldoende leek om natuurlijke hulpbronnen uit te buiten zonder enige compensatie, zien we nu een verschuiving naar een paradigmatische herwaardering van ecosystemen. Mangrovebossen worden gezien als natuurlijke kustbeschermers, duinen worden herkend als cruciale verdedigers tegen overstromingen, en veengronden dienen als reservoirs voor CO₂-opslag. Deze ecosysteemdiensten, een term die verwijst naar de directe en indirecte voordelen die de natuur aan de mens biedt, krijgen een plaats op de financiële balansen van ondernemingen en overheden. De introductie van natuur op de markt biedt zowel hoop als bezinning. In een wereld waar kapitaal leidend is, ontstaat een nieuwe economie waarin biodiversiteit en duurzaamheid worden gemonetariseerd. Carbon credits, waarmee bedrijven hun uitstoot kunnen compenseren, zijn een booming markt. Boeren, zoals de eerste 'koolstofboer' in Nederland, verkopen rechten op CO₂-reductie door hun gronden onder water te zetten. Deze credits worden gekocht door multinationals als Apple en Shell, die streven naar een groen imago en lagere ecologische voetafdrukken. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de integriteit van deze markt. Fraude en greenwashing loeren om de hoek: rechten worden soms toegewezen aan niet-bestaande bossen of dubieuze projecten. De financiële wereld speelt een sleutelrol in deze transitie. Banken worden aangespoord om klimaatrisico's serieus te nemen, zoals overstromingen en droogte, die de waarde van hypotheken en investeringen bedreigen. Daarnaast kunnen beleidswijzigingen, zoals het verbod op dieselauto’s of strengere energie-eisen voor gebouwen, de financiële stabiliteit van bedrijven ondermijnen. Vooruitstrevende banken zien echter kansen. Ze omarmen duurzame investeringen als strategische langetermijnkeuzes en voorspellen enorme kapitaalstromen naar vergroening en innovatie. Hoewel deze ontwikkelingen hoopvol zijn, blijven er vragen bestaan over de ethiek en effectiviteit van de 'groene economie'. De natuur wordt in deze context gereduceerd tot een handelswaar, wat risico’s met zich meebrengt voor kwetsbare gemeenschappen en ecosystemen. De centrale uitdaging is hoe we een balans kunnen vinden tussen economische belangen en ecologische integriteit. Gaat kapitalisme ons daadwerkelijk helpen de aarde te redden, of zien we slechts een nieuwe dimensie van exploitatie? De antwoorden op deze vragen zullen bepalen of de groene economie een katalysator wordt voor een duurzame toekomst, of slechts een nieuwe façade voor economische ongelijkheid en milieuschade. Wat vaststaat, is dat de waarde van een gezonde planeet niet langer kan worden genegeerd—zowel vanuit ecologisch als economisch perspectief.
De Toekomst van Geld: Ontrafeling van Financiële Mechanismen
Tijdens een VPRO Tegenlicht-sessie werd de werking van ons financiële systeem ontrafeld. Commerciële banken creëren nieuw geld en bepalen waar dit terechtkomt, vaak bij de rijkere lagen van de samenleving. Mensen met minder middelen worden geconfronteerd met hogere rentes en beperkte toegang tot leningen. Tegelijkertijd streven pensioenfondsen naar hoge rendementen, wat leidt tot investeringen in private equity en indirect stijgende kosten voor burgers, zoals hoge huren. Deze mechanismen versterken ongelijkheid, terwijl het systeem ontworpen is om een collectief voordeel te bieden. Een belangrijke metafoor in de sessie was "geld als water." In theorie zou het financiële systeem als een irrigatiesysteem moeten werken, waarbij geldstromen de hele samenleving voeden. In werkelijkheid blijven veel stromen hangen in gesloten circuits van financiële markten. Dit werd geïllustreerd aan de hand van het GameStop-verhaal, waarin kleine beleggers hedgefondsen uitdaagden, en de groeiende populariteit van cryptomarkten, waar jongeren hopen financieel te ontsnappen aan een systeem dat hen weinig kansen biedt. De centrale vraag was of dit systeem herontworpen kan worden. Door publieke controle te versterken en de afhankelijkheid van commerciële banken te verkleinen, zou een eerlijkere verdeling mogelijk zijn. Democratische hervormingen zouden kunnen zorgen voor een systeem waarin geldstromen de samenleving daadwerkelijk ondersteunen, in plaats van vooral een elite te bevoordelen. De toekomst van geld ligt in het scheppen van transparantie en het loskoppelen van publieke en private belangen. Dit vraagt om een gezamenlijke inspanning om de invloed van de financiële sector in te dammen en een inclusieve economie te creëren.
Suscribirse a:
Entradas (Atom)