Lieke Marsman over leven, ziekte en hoop. Lieke Marsman, filosoof en schrijver, werd bekend als Dichter des Vaderlands en stormde recent met haar nieuwe boek Op een andere planeet kunnen ze me redden de bestsellerlijsten binnen. Dit boek reflecteert op haar ongeneeslijke ziekte, een zeldzame vorm van kraakbeenkanker, maar overstijgt een louter medische vertelling. Marsman schrijft over haar ervaringen met de medische wetenschap, haar groeiende spirituele bewustzijn en haar fascinatie voor het onbekende. Marsman’s strijd met de medische wereld is complex. Ze beschrijft hoe artsen haar behandelingsopties aanvankelijk snel opgaven en hoe zij zelf continu moest pleiten voor experimentele therapieën. Ondanks uitzaaiingen koos ze bewust voor een amputatie van haar arm en schouder, een keuze die haar extra jaren heeft gegeven. Ze bekritiseert het systeem dat behandelingen voor palliatieve patiënten beperkt, waarbij de term "zinloos lijden" vaak wordt gebruikt zonder ruimte voor persoonlijke invulling. Voor Marsman is hoop essentieel, zelfs als dit betekent dat ze risico's neemt met nieuwe behandelingen. Naast deze strijd onderging Marsman een fundamentele spirituele verandering. Oorspronkelijk opgegroeid in een atheïstisch milieu, ervoer ze in haar diepste dal een goddelijke aanwezigheid. Hoewel ze aarzelt om dit direct "God" te noemen, gaf het haar troost en nieuwe perspectieven. Parallel hieraan ontwikkelde ze een interesse in buitenaards leven, mede gevoed door Pentagon-erkende UFO-beelden. Voor haar is dit een symbool van het onbekende en van mogelijkheden buiten onze rationele realiteit. Marsman’s boek is meer dan een ziekteverslag; het is een oproep tot leven. Ondanks haar vriendenkring ervaart ze momenten van diepe eenzaamheid, maar blijft ze strijden voor een betekenisvol bestaan. De slotzin van haar boek, "tot die tijd wil ik een oproep tot leven zijn", onderstreept haar boodschap: zelfs in het aangezicht van de dood blijft ze zoeken naar hoop en verbinding.