De afgelopen jaren zijn veel mensen de straat opgegaan om hun ontevredenheid te uiten, zoals bij de rellen rond de avondklok in Nederland en de bestorming van het Capitool in de VS. Dit zijn symptomen van een bredere maatschappelijke onvrede waarbij mensen zich in de steek gelaten voelen door de politiek en elite. Er is een groeiend gevoel dat burgers worden genegeerd en dat hun zorgen niet worden vertegenwoordigd door traditionele politieke structuren. Dit leidt ertoe dat sommige groepen zich wenden tot populistische bewegingen die beloven hun stem te laten horen en zich tegen de gevestigde orde keren. In Nederland is dit zichtbaar in het afnemende vertrouwen in traditionele linkse partijen en de groei van populistische bewegingen zoals Forum voor Democratie. De oorzaak hiervan ligt deels in de "diplomademocratie", waarbij politici vaak hoogopgeleid zijn en de zorgen van de lager opgeleiden onvoldoende aandacht krijgen. Dit leidt tot een gevoel van vervreemding bij een groot deel van de bevolking, die zich niet herkend voelt in het politieke beleid en de prioriteiten van de Tweede Kamer. Historici en politicologen benadrukken dat de kloof tussen de elite en het volk, tussen hoog en laag opgeleid, en tussen stad en platteland bijdraagt aan toenemende polarisatie. Ook in de VS is een soortgelijke trend te zien. De Democratische Partij, die traditioneel arbeiders vertegenwoordigde, heeft moeite om deze band te behouden. Ondertussen hebben de Republikeinen, door zich anti-elite en populistisch op te stellen, het vertrouwen van veel arbeiders weten te winnen. Dit voedt de populistische woede die ontstaat uit het gevoel van onrecht en verwaarlozing door het systeem. Het herstel van het vertrouwen in de democratie vereist dat de politiek weer verbinding maakt met alle lagen van de samenleving en de zorgen van de mensen serieus neemt. Dit betekent dat beleidsmakers moeten luisteren en openstaan voor dialoog om de kloof tussen burger en politiek te overbruggen en onvrede om te zetten in constructieve actie.