Deze tekst benadrukt de enorme uitdaging waarmee Nederland te maken heeft op het gebied van technische arbeidskrachten. Waar vroeger onder elke steen naar werk werd gezocht, kampen bedrijven nu met een schrijnend tekort aan technici, met voorspellingen van 20.000 tot 60.000 openstaande functies in de komende jaren. Dit tekort belemmert de vooruitgang in belangrijke projecten zoals de energietransitie en verduurzaming. Het tekort is mede een gevolg van een maatschappelijke focus op hogere opleidingen (havo, vwo, hbo), waardoor het vmbo en mbo, waar veel van de toekomstige vakmensen worden opgeleid, als minderwaardig worden gezien. Techniek wordt vaak ondergewaardeerd in de opvoeding en scholen. Slechts zes leerlingen in een technische klas in Amsterdam en het sluiten van technische scholen elders illustreren het probleem. Dit wordt versterkt door een sociaal stigma rond beroepsonderwijs. Socioloog Rineke van Daalen benoemt hoe neerbuigend over het vmbo wordt gesproken, terwijl dit onderwijs juist essentieel is voor de maatschappij. Ondanks de goede carrièremogelijkheden en hoge verdiensten in technische beroepen – zoals installateurs die tussen de 500 en 1000 euro per dag verdienen – ontbreekt het vaak aan interesse en kennis bij jongeren over de kansen in deze sector. Het onderwijs en de maatschappij hebben gefaald om techniek aantrekkelijk te maken en jongeren te voorzien van inspirerende voorbeelden uit hun eigen omgeving. De tekst roept op tot een mentaliteitsverandering bij ouders, beleidsmakers en het onderwijs. De drang om kinderen richting algemeen vormend onderwijs te sturen, gedreven door een politiek streven naar 50% hoger onderwijs, heeft geleid tot een onderschatting van beroepsonderwijs en vakmanschap. Dit belemmert niet alleen de technologische vooruitgang maar ook de economische stabiliteit. Jongeren moeten meer gestimuleerd worden om techniek te omarmen, waarbij praktijkervaring en moderne duurzame projecten als voorbeelden kunnen dienen. Het bedrijfsleven en de overheid moeten samen werken aan het herwaarderen van technische beroepen, en jongeren duidelijk maken dat ze een cruciale rol spelen in de toekomst van Nederland, zowel economisch als ecologisch.