Manon Uphoff reflecteert in dit interview op de fundamentele rol van verhalen in de menselijke ervaring en de manier waarop literatuur, en met name het korte verhaal, als een primaire narratieve vorm functioneert. Ze bekritiseert de Nederlandse neiging om het korte verhaal als een moeilijk genre te bestempelen, terwijl verhalen een intrinsiek onderdeel zijn van menselijke communicatie en cognitieve verwerking. Ze stelt dat verhalen fungeren als een kiemcel van betekenisgeving, een cruciaal medium waarmee we onze omgeving interpreteren en onszelf situeren binnen bredere structuren van ervaring en herinnering. Haar nieuwste werk, Laat me binnen, bestaat uit drie verhalen waarin existentiële onzekerheid, identiteit en de spanning tussen nabijheid en vervreemding centraal staan. Ze benadrukt hoe literatuur kan fungeren als een veld van empathie, waarin zowel de schrijver als de lezer zich kunnen verhouden tot levens en perspectieven die hen anders misschien zouden ontgaan. De kernvraag in haar werk betreft de manier waarop individuen zichzelf en anderen waarnemen, en hoe perceptie wordt beïnvloed door trauma, verlies en maatschappelijke structuren. Uphoff onderzoekt deze thematiek expliciet in haar portrettering van een jonge moeder die worstelt met een gevoel van uitsluiting uit haar eigen leven. Ze schetst haar protagonist niet door middel van uiterlijkheden, maar via een fysiologisch-introspectieve benadering, waardoor de lezer een bijna organische nabijheid ervaart. Deze narratieve strategie illustreert haar overtuiging dat literatuur niet louter representatie is, maar een actieve manier van zijn, een proces van observatie en transformatie. Een ander verhaal in de bundel draait om haar zwager, een veteraan uit de Joegoslavische burgeroorlog, wiens existentiële aftakeling en fysieke ontbinding metaforisch resoneren met bredere vragen over oorlog, geweld en de prijs van collectieve trauma’s. Ze problematiseert de manier waarop samenlevingen verwachten dat soldaten na oorlogservaringen weer als geïntegreerde burgers functioneren, zonder ruimte te bieden voor de erkenning van de blijvende impact van vernietiging. De vraag die zij impliciet stelt, is hoe lang een mens een persoon blijft als zijn geschiedenis hem dwingt tot een louter fysieke overleving, een existentie zonder narratieve continuïteit. Uphoff verbindt deze persoonlijke geschiedenissen met bredere fenomenen zoals politieke manipulatie en de esthetisering van leed in media en literatuur. Ze bespreekt hoe beelden, zoals een iconische foto van een terdoodveroordeelde, zowel distantie als empathie kunnen oproepen, en hoe de manier waarop we leed consumeren onze ethische en emotionele perceptie ervan beïnvloedt. Ze problematiseert de vervreemding die ontstaat wanneer beelden van menselijke ellende in een context van infotainment en oppervlakkige consumptie worden geplaatst, waardoor tragedie gereduceerd wordt tot een fragment zonder werkelijke impact. Haar visie op literatuur als een veld waarin deze complexiteiten kunnen worden onderzocht en ervaren, biedt een diepgaand pleidooi voor de ethische en existentieel noodzakelijke rol van fictie. Ze stelt dat het schrijverschap niet slechts een ambacht is, maar een poging om de wereld te begrijpen en de lezer uit te nodigen tot introspectie en empathie.
Manon Uphoff (1962) is een Nederlandse schrijver, scenarist en beeldend kunstenaar, bekend om haar stilistisch verfijnde en thematisch indringende proza. Haar debuut, de verhalenbundel Begeerte (1995), werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en introduceerde haar als een auteur met een intense, beeldende stijl en psychologisch gelaagde personages. Ze verkent vaak thema’s als familie, seksualiteit, macht en geweld, waarbij ze subtiele symboliek en een poëtische taal hanteert. Haar romans, waaronder Vallen is als vliegen (2019), een aangrijpend autobiografisch werk over misbruik binnen het gezin, worden geroemd om hun literaire kracht en emotionele diepgang. Dit boek werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en won de Charlotte Köhler Prijs. Naast fictie schrijft Uphoff essays en is ze redacteur bij De Revisor. Haar werk getuigt van een scherpzinnig observatievermogen en een compromisloze verkenning van de menselijke geest.