jueves, 24 de octubre de 2024

ThomasTalk #6: Paul van Tongeren







Goedendag, welkom bij Thomas Stok. Vandaag spreek ik met filosoof Paul van Tongeren. Paul van Donkeren is op dit moment filosoof en denker des vaderlands, en het is dus een hele eer dat wij vandaag met hem kunnen spreken, want zijn agenda is heel druk. Paul, welkom. Vandaag spreken we met elkaar over de vraag: wat maakt een mens tot mens? En daaruit volgend wil ik je eigenlijk de vraag stellen: wanneer in de geschiedenis van de filosofie is de mens zichzelf tot vragen geworden? Laten we beginnen met de eerste, die is al moeilijk genoeg. Hoewel, daar kan ik denk ik aanknopen bij een lange traditie waarin de mens gedefinieerd is. Het begint bij Aristoteles, eigenlijk een levend wezen dat logos heeft. Logos, nogal een gewoontewoord begon de definitie met name in de Latijnse vertaling als 'animal rationale'. Ik denk dat dat vaak misleidend geïnterpreteerd wordt, dus ik wil aan de ene kant wel vasthouden aan die definitie: de mens is een rationeel, maar ik zet dat tussen aanhalingstekens, levend wezen. Sommigen vinden dat nogal problematisch. Mensen zijn animals, een levend wezen met ratio, logos. Maar dan is het van belang om te begrijpen wat logos is, of wat ratio is. Want dat de mens zogenaamd redelijk is, en ik wil dat opvatten als het vermogen om betekenis te verstaan en betekenis te geven. Dat zijn volgens mij… ik denk dat dat een goede vertaling is van het Griekse logos. Gewoon, logos heeft met spreken te maken, letterlijk met spreken. En Aristoteles legt het zelf ook uit in een heel belangrijke passage als het vermogen om iets meer te doen dan alleen maar tekens te geven, zoals dieren ook doen, andere levende wezens. Bloemen geven tekens van plezier en pijn, stress, en dergelijke. De logos, die is om nog iets anders te kunnen, namelijk betekenissen te kunnen duiden. En dan noemt hij als voorbeelden van betekenissen: rechtvaardig en onrechtvaardig. En dan zegt hij daar achteraan: 'en dergelijke dingen meer'. En ik ben geneigd om te zeggen dat 'dergelijke dingen meer' heel ruim mag worden opgevat. Dan gaat het om datgene wat ik betekenis wil noemen. Dat wil zeggen: mensen zijn niet alleen levende wezens die als prikkel-responsmachines reageren op prikkels die van buiten komen en met een respons daarop reageren. Mensen zijn in dat opzicht bijzonder, dat ze zelfs niet anders kunnen dan in de werkelijkheid voortdurend kwaliteit of betekenis waar te nemen. Een voorbeeld dat ik soms gebruik, is het hele simpele voorbeeld van de gordijnen open doen ’s ochtends. Dan kun je zeggen, nou dat het cameraatje bij wijze van spreken met in je oog registreert, een of andere lichtintensiteit. Maar een mens ziet onmiddellijk een kwaliteit van het weer en ziet mooi weer of slecht weer of hetzelfde weer. Maar je ziet een kwaliteit. Of een ander voorbeeld, ook om het verschil met dieren aan te geven, misschien moet ik daar zo nog even op terugkomen, want dat is voor velen tegenwoordig een gevoelig punt. Bijvoorbeeld, als een koe honger heeft, dan is dat gewoon de vertaling in een gevoel van maagsappen die vrijkomen, speekselklieren die iets gaan doen, de maag die samentrekt of iets dergelijks. Als een koe honger heeft, gaat ze eten. Dat is ook het meest adequate antwoord daarop. Als een mens honger heeft, kijkt hij op zijn horloge of het al tijd is, of hij niet te gulzig is, of hij al thuis komt, of de gasten nog lang weg zullen blijven. Dat is een hele wereld van betekenis die onmiddellijk wordt opgeroepen door dat wat misschien een basis heeft, zou je kunnen zeggen, in het organisme – die samentrekkingen van de organen en de speekselklieren die hun werk doen. Maar het wordt onmiddellijk door ons vertaald: het is op de eerste plaats onmiddellijk al betekenis. Mensen zijn wat mij betreft daardoor gekenmerkt: dat ze altijd en onvermijdelijk en onmiddellijk betekenis horen, voelen, ruiken, zien. Alle zintuigen zijn onmiddellijk ook als menselijke zintuigen sensoren voor betekenis. Ik denk, om even terug te komen op dat verschil tussen mens en dier: ik denk dat dit de mens tot mens maakt. En als dieren ook iets hiervan hebben, is dat wat mij betreft prima. Dus het gaat er niet om om een harde grens te trekken tussen alles wat dier genoemd wordt en de mens, alsof dat niet ook een biologisch wezen zou zijn – natuurlijk, dat zijn wij ook. Maar ik denk wel dat je serieus moet nemen dat dit bij de mens op een onnoemelijk veel sterkere en onmiddellijke manier aanwezig is dan bij alle andere dieren die wij zouden kunnen onderscheiden. Bovendien denk ik dat die lichamelijkheid, dat organisme, wat natuurlijk ook bij ons een onvermijdelijke, noodzakelijke voorwaarde is voor dat waarnemen van betekenis, dat dat organisme zelf ook onmiddellijk betekenisvol wordt door dat wat ons tot mens maakt. Ook die samentrekkingen van de organen, ook die speekselklieren, verschijnen voor ons onmiddellijk als betekenisgeladen. En nog sterker is dat zichtbaar als het gaat om ervaringen van mensen rondom ziekte, dood, geboorte – alles wat in het ziekenhuis en niet alleen daar plaatsvindt, is niet alleen een fysiologisch, organisch, biologisch proces. Het lichaam zelf is vanaf het begin door en door betekenisgeladen. Alles verandert door de interpretatie. Rationaliteit, alsof het denken in abstracte zin is: je hoeft helemaal niet te kunnen denken om al betekenis waar te nemen. Mijn kleindochter van tweeënhalf jaar is, zoals alle kleindochters voor opa’s zijn, een wonder van slimheid, maar ook zij ziet onmiddellijk betekenis. Daarom kan ze mij iedere keer vragen: “Wat is dat?” Omdat het meer is dan gewoon een ding. Daarom blijft ze vragen: “Wat is dat?” Ik denk dat als het erom gaat te zeggen wat de mens tot mens maakt, dat dat inderdaad hier gezocht moet worden. Dan blijf ik dicht bij een klassieke definitie die zo oud is als de West-Europese cultuur van Griekenland tot nu, maar die ik op deze manier een hedendaagse invulling geef. Het gaat niet zozeer om het denken, zelfs niet onmiddellijk om het spreken, maar om het kwaliteit- en betekenisgeladen zijn van alles wat via onze zintuigen bij ons binnenkomt. De wereld is altijd voor mensen betekenisvol.